28/08/25

Nieuwe meerwaardebelasting: politiek akkoord krijgt vorm in gewijzigd wetsontwerp

In een eerdere nieuwsbrief kon u al de eerste krijtlijnen lezen van de aangekondigde meerwaardebelasting (“solidariteitsbijdrage”) op basis van de eerste wetsontwerpen. Ondertussen werden nog substantiële wijzigingen aangebracht en bereikte de regering een akkoord over de principes. Hierna bespreken wij de stand van zaken. Let wel dat het parlement zich nog moet uitspreken over de meerwaardebelasting, zodat wetswijzigingen mogelijk blijven. De inwerkingtreding is nog steeds voorzien op 1 januari 2026.

WIE IS DE MEERWAARDEBELASTING VERSCHULDIGD?

De meerwaardebelasting zal van toepassing zijn in de personen- en rechtspersonenbelasting. Zo zullen dus niet alleen natuurlijke personen deze belasting verschuldigd zijn, maar ook vzw’s, stichtingen etc. Ook verenigingen zonder rechtspersoonlijkheid die ervoor opteren om aan de rechtspersonenbelasting te worden onderworpen, vallen binnen het toepassingsgebied.

Voor entiteiten die erkend zijn om fiscaal aftrekbare giften te ontvangen, zou wel een uitzondering gelden.

Voor wat betreft meerwaarden op financiële activa die gecertificeerd werden overeenkomstig de Certificeringswet, geldt wel nog steeds het principe van de fiscale transparantie. Dit wordt bevestigd in het ontwerp van memorie van toelichting. De certificaathouders zullen meer bepaald mogelijks belast worden, en niet het vehikel zelf.

DRIE VERSCHILLENDE REGIMES

De meerwaardebelasting onderscheidt drie verschillende categorieën van meerwaarden die onder de belasting kunnen vallen, met name (i) een specifiek regime voor interne meerwaarden, (ii) een regime indien de participatie kwalificeert als een aanmerkelijk belang en (iii) tot slot een algemeen regime voor overdrachten van financiële activa.


1. Interne meerwaarden

Deze categorie viseert de meerwaarde die wordt gerealiseerd n.a.v. het overdragen van aandelen aan een vennootschap waarin de overdrager (al dan niet via familie tot en met de tweede graad) (on)rechtstreeks controle uitoefent.

In dit geval zal de meerwaarde belast worden aan 33%. De meerwaarde dient verplicht te worden opgenomen in de aangifte. Het doorslaggevend criterium is of men controle uitoefent op de overnemer, zodat het van geen belang is of een meerderheids- dan wel een minderheidsparticipatie zou worden overgedragen.

Er geldt geen voetvrijstelling en dus zal de volledige meerwaarde belast worden.

Bij een inkoop van eigen aandelen geldt een afwijkende regeling. De meerwaardebelasting zal slechts verschuldigd zijn in de gevallen waarbij de inkoop geen aanleiding geeft tot een belastbaar dividend.


2. Aanmerkelijk belang

Een specifiek regime geldt er voor belastingplichtigen die minstens 20% van de aandelen aanhouden in een vennootschap. In dit geval zal de meerwaarde gradueel belast worden, waarbij een voetvrijstelling van 1.000.000 EUR geldt. Deze vrijstelling wordt trouwens over een periode van 5 jaar bekeken.

In tegenstelling tot de eerdere ontwerpteksten, wordt het aanmerkelijk belang enkel in hoofde van de belastingplichtige zelf beoordeeld. De vroegere uitbreiding naar de familie (tot en met de 4de graad) zal dus niet gelden, evenmin de tijdsperiode van 10 jaar.

De meerwaarde zal als volgt belast worden:

  • 0 (indien geen vrijstelling meer) / 1 miljoen euro – 2,5 miljoen euro: 1,25%
  • 2,5 miljoen euro – 5 miljoen euro: 2,5%
  • 5 miljoen euro – 10 miljoen euro: 5%
  • > 10 miljoen euro: 10%

De tarieven worden bij elke verkoop in een afzonderlijk jaar opnieuw toegepast. Indien bv. de eerste schijf werd uitgeput naar aanleiding van een verkoop, zal bij een verkoop in het volgende aanslagjaar opnieuw de eerste schijf worden toegepast. Dit zou aandeelhouders tot een getrapte verkoop van hun aandelen kunnen inspireren, aangezien dit kan leiden tot een lagere belasting (indien niet in eenzelfde aanslagjaar belastbaar).

Net zoals bij het regime van de interne meerwaarden, dient de meerwaarde verplicht te worden opgenomen in de aangifte in de personenbelasting.

Er rijzen wel nog meerdere vragen bij dit regime. Zo is nog onduidelijk hoe deze drempel wordt berekend in geval van verschillende klassen van aandelen of hoe de berekening gebeurt bij een gesplitste eigendomsconstructie (vruchtgebruik / blote eigendom).

Het ontwerp van memorie van toelichting verduidelijkt trouwens dat het aanmerkelijk belang rechtstreeks moet worden aangehouden, hoewel zulks niet door het ontwerp van wet zou worden vereist. Betekent dit dat een aanmerkelijk belang dat onrechtstreeks wordt aangehouden (zoals bv. via een maatschap) niet in aanmerking zou komen? Dit zal nog verder moeten worden verduidelijkt.


3. Algemeen regime: andere financiële activa

Meerwaarden die gerealiseerd worden op andere financiële activa, en die niet onder de hierboven vermelde categorieën vallen, zullen belast worden aan een tarief van 10%.

Het gaat meer bepaald om de andere financiële activa, zoals financiële instrumenten (aandelen, obligaties, geldmarktinstrumenten, rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging, opties, futures, swaps, ETF’s etc.), verzekeringsovereenkomsten, cryptoactiva en valuta (incl. beleggingsgoud).

In principe zal de meerwaardebelasting als bronheffing worden ingehouden, al is er een mogelijkheid tot opt-out (bv. om gebruik te maken van de voetvrijstelling). Indien de belastingplichtige ervoor kiest om geen voorheffing te laten inhouden, dient de meerwaarde vanzelfsprekend in de aangifte te worden opgenomen. Uiteraard kan men in geval van inhouding van bronheffing alsnog tot aangifte overgaan om bv. de vrijstelling te claimen. In dat geval is het echter onduidelijk wat de belastingplichtige precies moet aangeven om de reeds ingehouden roerende voorheffing te verrekenen, nl. alle belastbare meerwaarden op de financiële activa of enkel het gedeelte van de belastbare meerwaarden tot aan de voetvrijstelling. Dat eerste zou echter niet logisch zijn, gelet op de bevrijdende werking van de roerende voorheffing.

Zoals hierboven reeds vermeld, geldt ook in dit regime een voetvrijstelling, weliswaar maar beperkt tot 10.000 euro (jaarlijks te indexeren). Deze vrijstelling zou wel gedurende vijf jaar cumulatief stijgen met 1.000 euro tot maximaal 15.000 euro als de vrijstelling in vorige jaren niet werd benut. Er gelden ook specifieke uitzonderingen, zoals voor aanvullende pensioenproducten, groepsverzekeringen en levensverzekeringen (binnen het stelsel van het lange termijnsparen).

Ook aandelen waarvoor belastingvoordelen voor start-ups of kmo’s werden toegekend, zouden onder het toepassingsgebied vallen. De vrijstelling indien de aandelen gedurende een ononderbroken periode van tien jaar werden aangehouden, werd ook geschrapt.

WANNEER IS DE NIEUWE MEERWAARDEBELASTING VERSCHULDIGD?

De meerwaardebelasting viseert meerwaarden die bij overdracht onder bezwarende titel buiten het uitoefenen van een beroepswerkzaamheid en binnen het normaal beheer van privévermogen verwezenlijkt worden. In tegenstelling tot de eerdere ontwerptekst, zou het concept van ‘normaal beheer van privévermogen’ dus behouden blijven. Voor verrichtingen buiten het normaal beheer van privévermogen blijft de huidige wetgeving van toepassing, in dat geval zijn meerwaarden belastbaar aan 33 % vermeerderd met aanvullende gemeentebelasting.

Schenkingen of overgangen n.a.v. overlijden, uitonverdeeldheidtredingen en inbrengen in de huwgemeenschap worden vrijgesteld.

Daarnaast gelden er ook gelijkstellingen in de volgende gevallen:

  • Uitkeringen bij leven van kapitalen en afkoopwaarden van levensverzekeringsovereenkomsten en kapitalisatieverrichtingen
  • Het verplaatsen van de fiscale woonplaats of zetel van fortuin naar het buitenland waarbij er een heffing zou zijn op de latente meerwaarden (exit taks)

Wat betreft deze exit taks gelden afhankelijk van de bestemming verschillende uitstelmechanismen.

Een overdracht om niet (dus bv. een schenking) aan een niet-inwoner zou in tegenstelling tot eerder ontwerpteksten niet meer worden gelijkgesteld met een overdracht onder bezwarende titel (behoudens gevallen van fiscaal misbruik). Enkel de blote eigenaar wordt als een belastingplichtige aangemerkt. Een emigratie van de vruchtgebruiker leidt niet tot de realisatie van een meerwaarde in hoofde van de blote eigenaar.

HOE WORDT DE BELASTBARE MEERWAARDE BEREKEND?

De belastbare basis van de meerwaardebelasting zou gelijk zijn aan het positieve verschil tussen (i) de ontvangen prijs voor de overgedragen financiële vaste activa en (ii) de aanschaffingswaarde van die activa.

Enkel meerwaarden gerealiseerd na 31 december 2025 worden belast. De aanschaffingswaarde wordt op verschillende manieren bepaald, afhankelijk van de specifieke situatie:

  • Aandelen verkregen onder de Aandelenoptiewet 1999: waarde bij uitoefening van de opties ; vervreemding van de aandelen korte tijd na de uitoefening van de optie zal dus in principe geen aanleiding geven tot een belastbare meerwaarde
  • Opties verkregen onder de Aandelenoptiewet 1999: marktwaarde bij mogelijke uitoefening van de opties ; vervreemding van de opties korte tijd na het moment waarop de optie overdraagbaar is zal dus in principe geen aanleiding geven tot een belastbare meerwaarde
  • aandelen verkregen met prijsreductie: waarde op het moment van verwerving
  • Niet-beursgenoteerde financiële activa verkregen voor 1 januari 2026: waarde per 31 december 2025 op basis van verschillende waarderingsmethoden waarbij de hoogste waarde wordt weerhouden:
    • Waarde bij overdracht tussen onafhankelijke partijen, of bij oprichting of kapitaalverhoging in 2025
    • Waarde die voortvloeit uit een waarderingsformule vastgesteld in een contract of contractueel aanbod van verkoopoptie (in werking op 1 januari 2026)
    • Eigen vermogen verhoogd met een bedrag van 4x de EBITDA
    • Alternatief: onafhankelijke waardering door een (andere dan de vaste) bedrijfsrevisor of gecertificeerd accountant voor eind 2026. In uitzonderlijke gevallen zou de fiscale administratie deze waardering mogen betwisten (bv. indien er aanwijzingen zijn dat de waardering niet marktconform is).
  • Beursgenoteerde financiële activa: slotkoers op 31 december 2025

Als de meerwaarde zou worden gerealiseerd n.a.v. de overdracht van meerdere financiële activa, geldt het FIFO-principe (first in, first out). Hier wordt dus niet meer uitgegaan van het gewogen gemiddelde.

Indien de historische aanschaffingswaarde hoger is dan de waarde op 31 december 2025, zou er enkel de eerste vijf jaar (dus voor overdrachten die plaatsvinden tot en met 31 december 2030) rekening worden gehouden met deze hogere aanschaffingswaarde. Na deze termijn wordt voor activa die vóór 1 januari 2026 zijn aangeschaft, enkel nog de waarde per 31 december 2025 gehanteerd. Het zal van belang zijn de waardering van uw aandelen ‘vast te klikken’ door middel van nauwkeurig bijgehouden documentatie om een door de fiscus lager gehanteerde werkelijke aanschaffingswaarde te kunnen weerleggen.

De eventuele minderwaarden op financiële activa zouden binnen hetzelfde belastbare tijdperk en dezelfde categorie in aftrek mogen worden genomen. Voor financiële activa die werden verkregen vóór 1 januari 2026 worden enkel minwaarden ten opzichte van de waarde per 31 december 2025 aanvaard, hiervoor kan men dus niet terugvallen op de historische aanschaffingsprijs.

RAPPORTERINGSVERPLICHTING

Er wordt een notificatieplicht ingevoerd voor tussenpersonen die betrokken zijn bij transacties inzake interne meerwaarden of aanmerkelijk belang. Er wordt een uitzondering voorzien op deze rapporteringsverplichting ten aanzien van de fiscale administratie voor personen die gebonden zijn door een beroepsgeheim. De rapporteringsverplichting zou wel blijven bestaan ten aanzien van andere tussenpersonen, behoudens voor advocaten.

WAT VOLGT ER NU?

De nieuwe teksten moeten nu eerst nog worden goedgekeurd door de regering en er moet nog een advies worden uitgebracht door de Raad van State. Daarna kunnen de teksten worden ingediend in het parlement.

De komende weken zoomen we alvast in op volgende specifieke topics in het kader van de nieuwe meerwaardebelasting:

  • Earn-outs
  • Inbreng van aandelen en inkoop van eigen aandelen
  • Aandelenopties
  • Exit taks
dotted_texture